Boekbespreking

'Uitdijend Bewustzijn'

'Uitdijend bewustzijn' is de nieuwsgierigmakende titel van een boek met de al even intrigerende ondertitel:
'Zoals sterrennevels in de ruimte, draaien denken, voelen en geestzijn om elkaar heen, en klonteren samen.’
Goed beschouwd is dit eigenlijk geen ondertitel, maar de kortst mogelijke samenvatting van het thema van dit bijzondere boek.

Dat er een traditie bestaat waarin het denken en het voelen als een spanningsverhouding wordt ervaren weet iedereen die enigszins thuis is in de geschiedenis van de westerse wijsbegeerte. Maar wat moet ik aan met het begrip ‘geestzijn’; en hoe het begrip geestzijn zich verhoudt tot mijn denken en mijn voelen? En hoe deze begrippen met z’n drieën, als sterrennevels in de ruimte om elkaar heen draaien en samenklonteren ?!
  
De schrijver ken ik persoonlijk, maar in een heel andere hoedanigheid: als degene die er met veel toewijding voor zorgt dat ik gezonde, voedzame en smakelijke groenten kan eten.


Korte typering van het genre

Op het eerste gezicht - de inhoudsopgave oppervlakkig lezend - lijkt het boek een dagboek te zijn, bijgehouden in de jaren 2002, 2003 en 2004. Alleen de ‘Ingang’ is geschreven, of heeft althans betrekking op 2005.
Maar reeds de ‘ondertitels’ van de beschreven periodes doen vermoeden dat we hier te maken hebben met iets dat veel méér is dan een persoonlijk getinte kroniek uit het begin van het derde millennium.
Religie en theologie lijken hoog te scoren, maar er is ook aandacht voor ‘wereldse’ zaken als maatschappij, oorlog en politiek. Ook kondigt de inhoudsopgave aan dat de schrijver ons iets wil vertellen over zijn visie op de zin van het leven en de met het leven onverbrekelijk verbonden vragen, zoals die naar de aard en de betekenis van ‘het kwaad’.

Het boek lijkt een bonte mengeling van een verslag van de ontwikkelingsgang van de schrijver (dus min of meer een autobiografie), een uit de hand gelopen essay met theologische beschouwingen, een pamflet met aanklachten tegen maatschappelijke en politieke misstanden en wijsgerig-religieuze bespiegelingen.
Intrigerend blijft wat de precieze betekenis van ‘geestzijn’ in dit geheel is, en hoe het functioneert in zijn verhouding tot de beide andere aspecten van de menselijke geest: het denken en het voelen.

verzameling boeken

De aanloop

Meteen al in de 'Opdracht' bekent de schrijver dat hij door zijn moeder op het spoor is gezet toen zij voorlas uit de kinderbijbel over de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan. Het symbool van medemenselijkheid bij uitnemendheid. De schrijver lijkt te worden voortgestuwd en uitgedaagd door de warmte en de gloed die hij toen van binnen heeft ervaren.  
In ‘Ingang’ vertelt de schrijver dat hij het tot zijn taak rekent praktische toepassingen te vinden voor het gedachtengoed van de in de oorlog omgebrachte Joodse vrouw Etty Hillesum.

In 'Donderslag (heldere hemel)' vertelt de schrijver wat hem een paar maanden na zijn veertigste verjaardag is overkomen: een lichte psychose, die toch zeer ingrijpende gevolgen heeft gehad voor zijn leven. Zo verloor hij zijn baan. Hij voelde een noodzaak om te schrijven, want schrijven bood de kans orde te scheppen. En nu maar hopen dat dit boek ons, lezers, ook zal helpen om orde in ons bestaan te brengen. Wat ik er ook van verwacht: inspiratie om te leven zoals ik graag zou willen leven. Misschien wel met een uitdijend bewustzijn, dat zal de tijd leren.


Samenvatting

Ik vrees dat ik de schrijver onrecht aandoe, wanneer ik globaal de inhoud van het boek weergeef. Het boek is daarvoor te rijk aan gedachten, beelden, wijsgerige uitwijdingen en religieus getinte beschouwingen. In een korte beschrijving verdwijnen zulke parels, of blijven sterk onderbelicht.

Als zeer algemene opmerking wil ik al wel bekennen dat ik het taalgebruik van de schrijver heel oorspronkelijk vind. Nergens bedient hij zich van uitgewoonde gemeenplaatsen. Hij schrijft heel poëtisch en toch verhelderend. Hij beschikt kennelijk over een zeer ruime, actieve woordenschat waaruit hij rijkelijk put. Zijn beeldspraak is raak en past precies in de context. Hij schrijft met verve, inspirerend. Maar als het moet ook vilein en scherp, bij voorbeeld in zijn genadeloze kritiek op ‘s mensen doen en laten in maatschappelijk en politiek opzicht. Het boek is allesbehalve soft, eerder heeft het het karakter van een Oudtestamentische, profetische aanklacht tegen onrecht en ander kwaad.

Zonder enige twijfel is het hele boek telkens weer verrassend doordat er originele verbanden tussen verschijnselen worden gelegd.

Herman van Bemmel
Voorschoten, 4 september 2011